Op z’n elfendertigst…

Deze uitdrukking betekende aanvankelijk dat iets keurig of netjes ging. Later heeft het ook een andere betekenis gekregen, namelijk dat iets traag of langzaam gebeurt. Maar als ik de uitdrukking hoor, moet ik direct denken aan m’n cassette. Want deze getallen komen me wel erg bekend voor. Vandaar de vraag, waar komt de uitdrukking op z’n elfendertigst vandaan?

11-30 cassette, op z'n elfendertigst
11-30 cassette, op z’n elfendertigst?

Stel je hebt een cassette met 10 of 11 kransjes, dan zou het zomaar kunnen dat je kleinste blad een 11 is, en je grootste een 30. Dat kan ik echter niet koppelen aan de betekenis netjes en ook niet aan langzaam. Een blad van 11 achter, en een 30 als kleine blad voorop dan? Dat is niet alleen een onlogische situatie, maar ook nog eens onhandig, want dan ligt je ketting helemaal schuin. In dit geval zou op z’n elfendertigst eerder betekenen dat je inefficiënt te werk gaat of zelfs alles kapot draait. Het lijkt me kortom niet erg aannemelijk dat de uitdrukking haar oorsprong in de fietswereld heeft.

Maar wat is dan de origine van “op z’n elfendertigst”? Daarvoor zijn twee uitleggen mogelijk. De eerste daarvan gaat terug naar de tijd van De Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden (16e t/m eind 18e eeuw). Elk van deze staten (gewesten) stuurde voor zaken van landsbelang haar afgevaardigden naar Den Haag. Tijdens deze overleggen moest er nogal wat “gepolderd” worden en vooral het gewest Friesland had het daar maar lastig mee. Het duurde namelijk nogal lang voordat er overeenkomst was tussen de 11 Friese steden en de 30 grietenijen (soort van dorpen). Het mocht daarom nog wel eens lang duren eer er een eenduidige boodschap vanuit Friesland richting het landsbestuur in Den Haag gestuurd kon worden.

Een tweede mogelijke oorsprong komt uit de weverij. Hier is de 11 en 30 namelijk een weegkam. En niet zomaar een, maar de allerfijnste. Niet alleen werkte men op deze kam erg netjes, het werken met deze fijne kam nam ook veel tijd in beslag. Deze theorie sluit dus een stuk beter aan op de oorspronkelijke betekenis van keurig en netjes. Misschien is deze theorie wel logischer, maar ik vind de eerste leuker. In ieder geval is duidelijke dat de uitdrukking niet uit de fietswereld komt. Al kun je natuurlijk wel nog steeds een rondje “op z’n elfendertigst” rijden!


Zelfde fietste ik tweemaal de Friese Fiets Elfstedentocht. Daarnaast reed ik ook een 11-dorpentocht (deels in West-Friesland).